Beleid om lopen te stimuleren nog in de kinderschoenen

Gebruik beschikbare aanknopingspunten om het gewone lopen verder te ondersteunen en te bevorderen. De COVID-19 pandemie toont het cruciale belang dat mensen regelmatig te voet gaan, bewegen in de buitenlucht. Richt openbare ruimte daarom aantrekkelijker in. Zorg voor korte loopafstanden, goed onderhouden stoepen en pleinen, voorkom valpartijen. Maak voetpaden minimaal 1,80 meter breed, obstakelvrij.

Deze aanbevelingen staan in het proefschrift waarmee sociaal geograaf Rob Methorst op 3 februari promoveert aan de TU Delft. Hij verkent de behoeften en vaardigheden van voetgangers. Lopen is een essentiële vorm van mobiliteit. Maar ook zo gewoon dat overheden het vaak over het hoofd zien. Terwijl lopers vrijwel onzichtbaar zijn, dragen zij wel belangrijk bij aan welzijn en welvaart. Voor het individu: lopen is gezond, handig en vaak snel. Goedkoop, relatief veilig. En voor de maatschappij is lopen schoon en de meest ruimtebesparende manier van verplaatsen. Andere voordelen voor ons allemaal: meer lopen betekent minder zorg-inspanning, lagere gezondheids- en transportkosten. Tel daarbij op een hogere kwaliteit van leven en betere sociale cohesie.

Maak steden en dorpen loopvriendelijker

Het proefschrift schetst een effectieve, efficiënte en vooral ook rechtvaardige aanpak van voetgangersproblemen. Naast loopvriendelijkere steden en dorpen zijn onder meer verbeteringen denkbaar die het gedrag beïnvloeden van automobilisten en fietsers, die voetgangers soms belagen. ICT- ondersteuning kan daarbij helpen. Vanwege de grote maatschappelijke voordelen ligt het voor de hand dat het rijk een belangrijke stimulerende rol speelt. Beschikbare informatie over behoeften en vaardigheden van voetgangers bevindt zich niet op plekken waar die nodig is. Versterk daarom leiderschap en kennis onder beslissers en ontwerpers.

Geef extra duwtjes in de rug

Andere belangrijke aanbevelingen:

• Voetgangers verschillen vaak sterk van elkaar. De faciliteiten waaraan zij behoefte hebben, vereisen daarom maatwerk. Ruim 20 procent van de bevolking heeft beperkingen die er toe bijdragen dat zij lopen en naar buiten gaan vermijden. Voor meer dan 10 procent geldt zelfs dat hun deelname aan het maatschappelijk leven (ernstig) wordt beperkt.
• Verander een aantal definities, pas onderzoekmethoden aan. Sommige gangbare begrippen zijn verouderd. Zo lopen Nederlanders in werkelijkheid veel vaker en langer dan huidige statistieken aangeven: naar schatting zelfs 40 procent meer.
• Bestuurders, politici en deskundigen kunnen aan vijf soorten organisatorische knoppen draaien: feitenonderzoek, vakmanschap, regie en verdeling van middelen en menskracht, communicatie, een betere operationele uitvoeringsorganisatie.

Methorst signaleert: “Zonder serieuze aandacht voor voetgangers voorzie ik een toenemende tweedeling in de samenleving. Met aan de ene kant sterke verkeersdeelnemers, en aan de andere kant meer kwetsbare mensen op straat. Een ongewenste, onveilige combinatie.”

Lees hier het proefschrift: ‘Exploring the pedestrians realm’.