TNO onderzoekt rol energiearmoede in energietransitie

Het slagen van de energietransitie staat of valt met draagvlak en acceptatie door de samenleving. De een heeft de middelen om zijn of haar eigen woning te verduurzamen door zonnepanelen en een warmtepomp aan te schaffen, terwijl de ander weinig kan verduurzamen. Door gericht beleid en programma’s is dit verschil te verkleinen, denkt TNO. Energiearmoede is een probleem dat veel voorkomt in Europa bij tussen de 50 en 125 miljoen inwoners. Onvoldoende geld voor verwarming, verlichting of koken leidt vaak tot weer andere problemen. Nederland heeft nog geen beleid om dit probleem tegen te gaan.

TNO adviseert in de whitepaper Energiearmoede en de energietransitie om meerdere indicatoren te hanteren om te kunnen vaststellen of er sprake is van energiearmoede. Bijvoorbeeld het percentage van het inkomen dat een huishouden kwijt is aan energie, of er sprake is van achterstallige betalingen en het energielabel van het huis. Tot nu toe ontbreekt het op nationaal niveau aan een methodische aanpak om energiearmoede te meten, te monitoren en te bestrijden. Veel gemeenten zijn overigens al wel actief als het gaat om het voeren van beleid om energiearmoede tegen te gaan. Ook provincies leveren bijdragen door het maken van meerjarenprogramma’s, het laten doen van onderzoek en het ondersteunen van projecten.

Lees hier het artikel van TNO.