Anticiperen waar dat kan

De lente is nu in volle gang. Onder normale omstandigheden is dat een tijd om naar buiten te gaan, maar nu is het nog rustig op straat. Dat zien we terug met een 15 procent daling van het aantal meldingen openbare ruimte. Waar bewoners zeker in de eerste weken wel voor de deur zijn uitgegaan, is het wegbrengen van afval. We hebben gezien dat het druk is op de recyclingsperrons, maar helaas wordt er ook - ondanks stevige communicatie - veel huisraad gedumpt naast de ondergrondse inzameldepots in de wijk. Metershoge bergen aan twee keer zo veel als gebruikelijke opruimwoede wordt er nu dagelijks afgevoerd.

Creatief met participatie

De onderhoudsprojecten in de stad lopen vooralsnog niet of nauwelijks vertraging op. Wat betreft de participatietrajecten van de in voorbereiding zijnde projecten, is het opvallend hoe collega’s hierop creatief anticiperen. Het wordt als een uitdaging aangenomen om met behulp van digitale hulpmiddelen toch verbinding te maken met bewoners of zelfs met de kinderen van een te renoveren speelplek. En terecht: de technieken bestaan al langer, nu is de tijd dat we het ook echt gaan uitproberen.  Zaak is om het overzicht te houden welke methoden uitgeprobeerd worden en welke succesvol zijn. 

Rekening houden met schadeposten

Mochten de maatregelen onverhoopt langer gaan duren, dan zullen de meeste gemeenten rekening moeten houden met schadeposten door minder parkeren en afgelaste evenementen. Waar de positieve gevolgen zoals digitale technieken en ‘opgeruimde bewoners’ al zichtbaar zijn, komen de negatieve (financiële) gevolgen pas wat later aan het licht.